Bijna 1 op de 5 Vlamingen die zonnepanelen en een digitale meter heeft, is onbekend met terugleveringscontracten. Dat blijkt uit onderzoek van de Vlaams Energieregulator (VREG).
In Vlaanderen moeten consumenten zowel voor de afname als de teruglevering van stroom een contract afsluiten met een elektriciteitsleverancier: één voor de elektriciteit die de leverancier verkoopt en één voor de elektriciteit die de leverancier afneemt. Dat tweede wordt het terugleveringscontract genoemd.
Prosumenten
Eind 2023 telde Vlaanderen ruim 900.000 zonnepaneelinstallaties waarbij 49 procent van de prosumenten – consumenten met zonnepanelen – een digitale elektriciteitsmeter had. Prosumenten die een digitale meter krijgen en dus vanaf dat moment moeten overstappen van een terugdraaiende teller naar het verkopen van hun op het stroomnet geïnjecteerde elektriciteit via een terugleveringscontract, krijgen doorgaans automatisch een dergelijk contract van hun elektriciteitsleverancier.
8 op 10
In de meest recente Marktmonitor heeft VREG de kennis over terugleveringscontracten bij gezinnen gepeild. 8 op de 10 gezinnen met zonnepanelen en een digitale meter weten dat ze een terugleveringscontract kunnen afsluiten met een energieleverancier. Toch is nog altijd 18 procent hiervan niet op de hoogte.
7 op de 10 gezinnen die op de hoogte zijn, geven aan dat ze momenteel al een terugleveringscontract hebben, maar 39 procent hiervan weet niet welke vergoeding ze krijgen. De meeste terugleveringscontracten hebben als voorwaarde dat men ook een afnamecontract voor elektriciteit moet afsluiten bij dezelfde elektriciteitsleverancier. Vaak moet dit zelfs het afnamecontract zijn met dezelfde contractnaam als het terugleveringscontract. Er is momenteel slechts 1 leverancier – Engie Electrabel– die ook terugleveringscontracten aanbiedt zonder hier de voorwaarde van een afnamecontract aan te koppelen. Hierbij moet wel een aparte jaarlijkse vergoeding betaald worden.