Het aandeel fossiele brandstoffen in de Europese energievoorziening is naar een dieptepunt gezakt. Tegelijkertijd stijgt het aandeel wind- en zonne-energie naar de recordhoogte. Dat meldt klimaatdenktank EMBER.
Een daling van de stroomvraag heeft volgens de analisten van EMBERG gezorgd voor een instorting van het kolen- en gasgebruik in de eerste helft van 2023.
Steenkool
De vraag naar elektriciteit in de Europese Unie (EU) daalde in de periode januari-juni met 5 procent ten opzichte van vorig jaar waardoor de stroomopwekking met fossiele brandstoffen met 17 procent daalde tot 410 terawattuur. Het aandeel van 33 procent in de stroomproductie is het laagste ooit. ‘De afname van het aandeel fossiele brandstoffen in de Europese energievoorziening is een teken des tijds’, stelt Matt Ewen, gegevensanalist bij Ember. ‘Kolen en gas zijn te duur en te riskant, en de EU is ze aan het afschaffen. We moeten fossiele brandstoffen echter nog sneller vervangen door schone energie. Er is dringend een enorme impuls nodig, vooral voor wind- en zonne-energie.’
De ineenstorting van de energieproductie met fossiele brandstoffen werd aangevoerd door steenkool, waarvan de productie in de eerste helft van het jaar in de EU met 23 procent kelderde. In mei vestigde steenkool een negatief record door voor het eerst minder dan 10 procent van de Europese elektriciteitsopwekking voor haar rekening te nemen.
Recorddiepte
17 EU-landen wekten in de eerste helft van het kalenderjaar een recordhoeveelheid stroom op met het hernieuwbare-energiebronnen. De productie van zonne-energie steeg met 13 procent en die van windenergie met 5 procent. Waterkracht en kernenergie herstellen van hun historische dieptepunt in 2022, hoewel de vooruitzichten op lange termijn volgens EMBER onzeker zijn. Bij dit alles daalde de Europese stroomvraag naar een recorddiepte van 1.261 terawattuur, wat nog lager is dan ten tijde van de coronacrisis.
Zonnepanelen
EMBER meldt dat Europa een recordhoeveelheid zonnepanelen installeerde in de eerste helft van 2023. Duitsland zou 10 procent meer zonnepanelen hebben geïnstalleerd – 6,5 gigawattpiek – en Polen kende zelfs een groei van 17 procent en installateur 2 gigawattpiek. Verder behoorde ook Italië tot de koplopers met 2,5 gigawattpiek aan nieuw geïnstalleerd pv-vermogen. Ter vergelijking: het Zuid-Europese land installeerde heel vorig jaar 3 gigawattpiek zonnepanelen.
Onderschatting
‘Dit vergroot het vertrouwen in een verdere robuuste groei van de opwekking van zonne-energie’, vervolgt Ewen. ‘Dit aangezien de extra pv-capaciteit die sinds afgelopen zomer online is gekomen al heeft geleid tot een indrukwekkende stijging van de hoeveelheid geproduceerde zonne-energie met 13 procent en 13 terawattuur in de eerste helft van 2023. Bovendien is dit een onderschatting van de werkelijke hoeveelheid opgewekte zonne-energie, aangezien in veel landen achter de meter geproduceerde zonne-energie niet wordt gerapporteerd als opwekking, maar als “ontbrekende” vraag.’
Ondanks deze successen wordt de noodzaak voor maatregelen om wind- en zonne-energie te integreren in het energiesysteem volgens Ewen steeds groter. ‘Negatieve prijzen komen steeds vaker voor en verstoren de markt, waardoor zowel wind- en zonne-energie als andere schone bronnen worden benadeeld. Ook de congestie op het stroomnet neemt toe. Als Europa de potentiële voordelen van wind- en zonne-energie voor kosten, veiligheid en klimaat volledig wil benutten, moeten deze beperkingen worden aangepakt in de systeemplanning en ondersteunende infrastructuur.’
Gas- en stroomprijzen
EMBER meldt tot slot dat de prijzen voor gas en stroom in de eerste helft van het kalenderjaar met respectievelijk ruim 50 en 40 procent zijn gedaald. De prijs van gas kwam in de eerste jaarhelft uit op een gemiddelde van 44 euro per megawattuur ten opzichte van 97 euro per megawattuur in dezelfde periode vorig jaar. De gasprijzen zijn echter nog steeds het dubbele van de prijzen ten opzichte van de eerste helft van 2021 die destijds 22 euro per megawattuur was.
Door de prijsbepalende rol van fossiele brandstoffen in het Europese elektriciteitssysteem blijven ook de elektriciteitsprijzen volgens EMBER hoog, met een gemiddelde van 107 euro per megawattuur in de eerste 6 maanden van 2023 ten opzichte van 185 euro per megawattuur in de eerste helft van vorig jaar. De prijzen zijn nog altijd verdubbeld ten opzichte van de 55 euro per megawattuur in de eerste helft van 2021.