Er bestaan veel misvattingen over zonnepanelen. Hoog tijd om daar voor eens en altijd komaf mee te maken!
1) Zonnepanelen renderen niet meer
Subsidies die werden geschrapt, de invoering van het prosumententarief voor het gebruik van het distributienet in Vlaanderen (in Wallonië vanaf 2020) en de afschaffing van de terugdraaiende teller in Brussel vanaf 2018…
Redenen genoeg, zo lijkt het, om te geloven dat zonnepanelen niet langer de moeite waard zijn en -vooral- niet renderen. Fout.
In Vlaanderen zijn de overheidssubsidies inderdaad verdwenen maar daartegenover staat dat de prijs van de zonnepanelen enorm gedaald is: in 2008 kostte een installatie tussen 20.000 en 30.000 euro, vandaag nog tussen 5.000 et 8.000 euro!
Ondanks het wegvallen van de subsidies en de invoering van het prosumententarief (80 tot 130 euro/kWh/jaar) heeft investeren in zonnepanelen nog steeds alleen maar voordelen: in 10 jaar tijd betaalt uw investering zichzelf terug (in Wallonië in 6 tot 8 jaar). Over een periode van 20 jaar gezien brengen zonnepanelen ongeveer 8% op in Vlaanderen en rond de 10% in Brussel en Wallonië. Welke bank betaalt u vandaag nog dit soort intresten uit?
Paul De Vylder, energie-expert bij ENGIE Electrabel, schat de gemiddelde besparing op uw energiefactuur via de terugdraaiende teller op 600 tot 800 euro vanaf het eerste jaar voor een gemiddelde installatie van 14 panelen. Grotere installaties leveren een nog grotere besparing op. «En omdat zonnepanelen zo’n 25 tot 30 jaar meegaan terwijl de investering al na 10 jaar is afgeschreven, maakt u bijna 20 jaar lang zuivere winst.»
2) Uw dak is niet zuidgericht, dus zonnepanelen zijn zinloos
U vergist zich opnieuw. Inderdaad: een zuidgericht dak met een helling van 30% levert een optimaal rendement aan zonne-energie (100%). Het verschil met een dak dat geöriënteerd is op het zuidoosten of zuidwesten, is verwaarloosbaar: amper 4 tot 5% minder rendement. Oost- of westgerichte daken zijn iets minder interessant: 10 tot 15% minder opbrengst. Maar dat verschil compenseert u makkelijk door een paar extra zonnepanelen te installeren. Zonnepanelen op een noordgericht dak of een dak dat volledig overschaduwd wordt, worden dan weer meestal wel afgeraden.
3) In de winter produceren zonnepanelen niet
Zonnepanelen hebben geen warmte nodig om elektriciteit te produceren. Zonlicht volstaat, en dat krijgen we voldoende: gemiddeld 1.500 uur per jaar. Dus ja: zonnepanelen wekken ook tijdens de winter elektriciteit op. Maar uiteraard is productie in de zomer inderdaad hoger dan in de winter: twee derde van de jaarproductie gebeurt tussen april en september, maar toch nog één derde in de periode oktober – maart.
4) Elektriciteit die u niet meteen verbruikt, bent u kwijt
Ook dat klopt niet. Elektriciteit die u produceert maar niet meteen verbruikt, wordt in het elektriciteitsnet geïnjecteerd en uw verbruiksteller wordt teruggedraaid (in Vlaanderen en Wallonië). Kortom: uw energiefactuur wordt verminderd met wat u produceert. In Brussel wordt gewerkt met een bidirectionele teller, die aangeeft wat u verbruikt én wat u teruggeeft aan het net. De gemiddelde besparing (voor een installatie met 14 panelen die 3.000 kWh produceert tegenover een verbruik van 3.500 kWh per jaar) bedraagt 800 euro in Vlaanderen, 540 euro in Brussel en 720 euro in Wallonië. Wie zijn eigen elektriciteit produceert, is bovendien minder afhankelijk van de prijsschommelingen op de energiemarkt.In Brussel verandert het compensatiemechanisme van de terugdraaiende teller in 2018: Brusselaars zullen bijgevolg minder korting krijgen op hun elektriciteitsfactuur ( +/- 200 euro vanaf het tweede jaar), maar krijgen in ruil groenestroomcertificaten (700 euro per jaar gedurende 10 jaar).Tegenwoordig kunt u het productieoverschot van uw zonnepanelen ook thuis opslaan met een thuisbatterij. Momenteel is het voordeel van dit systeem nog beperkt: de terugdraaiende meter biedt de mogelijkheid om productie en consumptie doorheen het jaar te compenseren. In de toekomst, als de aankoopprijs van een thuisbatterij afneemt, zal u er wel voordeel uit kunnen halen. Het systeem zal toelaten om tot 80% van de tijd onafhankelijk te zijn van het net (tegenover 30 tot 40% vandaag).
5) Grotere kans op blikseminslag
Een dak met zonnepanelen is niet gevaarlijker tijdens onweer dan een normaal dak. Zonnepanelen trekken geen bliksem aan, omdat ze plat zijn. Het enige risico is kortsluiting als de bliksem inslaat vlakbij uw woning. Een bliksemafleider kan hier soelaas bieden. Bovendien zijn zonnepanelen altijd geaard. Wil u helemaal gerust zijn, dan kunt u uw elektriciteitskast voorzien van een overspanningsbeveiliging.
Ook wat betreft hagelschade kunt u op beide oren slapen. Zonnepanelen zijn gemaakt van gehard glas van 4mm dik en bestand tegen hagelballen van 25mm aan een snelheid van 90 km/u. De meeste brandverzekeringen vergoeden trouwens ook schade aan zonnepanelen als gevolg van onweer.