Vandaag maken particuliere zonnepaneleneigenaars gebruik van een terugdraaiende teller. Hierdoor betalen zij enkel hun nettoverbruik, oftewel het verschil tussen de hoeveelheid energie die van het net wordt afgenomen en de hoeveelheid energie die in het net wordt geïnjecteerd.
Door de invoering van de digitale meter vanaf 2019 dreigt het principe van de terugdraaiende teller te verdwijnen. Vlaams Energieminister Tommelein (Open VLD) beloofde echter een overgangsregime waarin de compensatie voor de terugdraaiende teller zou blijven worden behouden voor een periode van 15 jaar. Vandaag is het echter onzeker of deze overgangsregeling er wel komt.
Overgangsregime
Zo meldt De Standaard dat de Raad van State de overgangsregeling wil schrappen om zo snel mogelijk een opkoopregeling uit te werken, waarbij particulieren hun opgewekte elektriciteit gewoon kunnen verkopen. Deze regeling wordt sowieso in 2021 geïntroduceerd. Wat Tommelein betreft komt de overgangsregeling er hoe dan ook. “De terugdraaiende teller is wel degelijk onze bevoegdheid”, reageert de woordvoerdster van de minister. “We willen die absoluut verzekeren. Mensen die in hernieuwbare energie geïnvesteerd hebben, moeten we belonen. Engagementen komen we na.”
Juridisch steekspel
Vlaams parlementslid Rob Beenders (SP.A) hoopt op een sluitende juridische oplossing. “Dit juridisch steekspel is niet goed voor het draagvlak voor hernieuwbare energie”, klinkt het. “Het doet mensen twijfelen aan het rendement van zonnepanelen, waarvoor een terugdraaiende teller of een compensatie essentieel is.”Inmiddels heeft Vlaams energieminister Tommelein een aantal wijzigingen aangebracht in het ontwerpdecreet en de kritiek van de Raad van State weerlegd in de memorie van de toelichting. Het decreet gaat nu opnieuw naar de Raad van State voor een nieuw advies.
Bron: De Standaard, 8 juni 2018