Wereldwijd was 30 procent van de wereldwijde stroomproductie afkomstig van duurzame-energiebronnen zoals windmolens en zonnepanelen. Het nieuwe record wordt gemeld door de Europese klimaatdenktank EMBER.
De EMBER-onderzoekers melden dat een nieuw tijdperk is aangebroken van afnemende fossiele- energieopwekking. 2023 was volgens de klimaatdenktank naar alle waarschijnlijkheid het keerpunt dat de piekemissies in de energiesector markeerde. De opmars van wind- en zonne-energie brengt fossiele opwekking meer en meer in de verdrukking.
Piek
Afgelopen kalenderjaar werden genoeg hernieuwbare-energiebronnen in gebruik genomen om de wereldwijde uitstoot van de energiesector te laten dalen, maar droogte veroorzaakte een 5-jarig dieptepunt voor de stroomproductie met waterkrachtcentrales. Hierdoor ontstond een tekort dat grotendeels werd opgevangen door steenkool.
Desondanks geven de laatste voorspellingen volgens EMBER het vertrouwen dat 2024 een nieuw tijdperk van dalende fossiele opwekking zal inluiden, waardoor 2023 waarschijnlijk de piek van de uitstoot in de energiesector markeerde.
Zonne-energie
Voor het 19e jaar op rij was zonne-energie afgelopen kalenderjaar de snelst groeiende bron van elektriciteitsopwekking en voor het tweede jaar op rij overtrof zonne-energie windenergie om de grootste bron van nieuwe elektriciteit te worden.
Zonne-energie voegde vorig jaar meer dan 2 keer zoveel nieuwe opwekcapaciteit toe als steenkool. ‘In de afgelopen jaren heeft de snelle capaciteitsuitbreiding van zonne-energie alle verwachtingen overtroffen en heeft dit zonne-energie in de voorhoede van de schone-energierevolutie geplaatst’, aldus de onderzoekers. ‘2023 bracht een ongekende stijging van het aanbod – en daling van de prijs – van zonnepanelen, waardoor ze goedkoper en overvloediger dan ooit werden. Gezien het overvloedige aanbod en de snelle daling van de kosten voor batterijopslag, wordt zonne-energie in toenemende mate alleen beperkt door hoe snel het kan worden aangesloten op het elektriciteitsnet.’
33 landen
De EMBER-onderzoekers constateren dat er nu 33 landen zijn waar het aandeel zonne-energie meer dan 10 procent is. Chili met een aandeel van 20 procent, Australië met 17 procent en Nederland met 17 procent worden daarbij als voorhoedespelers aangemerkt, evenals de staat Californië met een aandeel van zelfs 28 procent. ‘Terwijl enkele koplopers zoals Australië en Spanje bijna 20 procent van hun stroom opwekken met zonne-energie, haalt 66 procent van de landen minder dan 5 procent van de elektriciteit uit zonne-energie. Het feit dat er veel zonne-energie wordt opgewekt, zelfs in landen met relatief weinig zonneschijn zoals Duitsland en Nederland, laat zien dat zonne-energie een groot potentieel heeft om in de energiebehoefte te voorzien, ongeacht de natuurlijke omstandigheden’, aldus EMBER.
De wereldwijde opwekking van zonne-energie steeg in 2023 met 23 procent – 307 terawattuur – waarbij het aandeel van zonne-energie in de wereldwijde elektriciteitsproductie 5,5 procent bedroeg: 1.631 terawattuur. Een jaar eerder was dat aandeel 4,6 procent bij een stroomproductie door zonnepanelen van 1.324 terawattuur.
Uitdagingen
‘Toch moeten er uitdagingen worden aangepakt’, besluiten de EMBER-onderzoekers. ‘Netcongestie is wereldwijd al een groot knelpunt voor de uitrol van zonne-energie, en geschikte aansluitpunten worden steeds zeldzamer. In 2024 zal de beperking in China en Californië naar verwachting toenemen door onvoldoende energieopslagsystemen. Met de lange doorlooptijden voor de bouw van nieuwe transmissiecapaciteit kunnen de voordelen van zonne-energie worden gemaximaliseerd door nu te investeren in nieuwe transmissiecapaciteit.’
Tegelijkertijd ziet de klimaatdenktank grote kansen in het overaanbod van zonnepanelen. ‘China’s behoefte om nieuwe exportmarkten te vinden, is een geweldige kans voor landen over de hele wereld om te profiteren van hoe concurrerend en beschikbaar zonne-energie is in vergelijking met andere opwekkingsbronnen.’