De Lijn heeft in Vlaanderen 4.726 schuilhuisjes met zonnepanelen geplaatst. Dat meldt minister Lydia Peeters van Mobiliteit en Openbare Werken na vragen in het Vlaams Parlement van Orry Van de Wauwer (CD&V).
De Lijn plaatst de bushokjes met zonnepanelen sinds eind 2009. In 2020 werd een nieuwe raamovereenkomst gesloten voor het leveren van de schuilhuisjes. Destijds werden 8 verschillende types ontworpen met een verlichtingssysteem, een verlichte haltenaam en een zonnepaneel, maar ook 2 mogelijke types fietsenstallingen, een digitaal bord en een groendak.
Lokale besturen
‘De Lijn promoot in haar gesprekken met de lokale besturen de mogelijkheden van het plaatsen van schuilhuisjes met zonnepanelen en groendaken’, duidt Peeters. ‘Het zijn de steden en gemeenten die beslissen om een schuilhuisje aan een halte te plaatsen en die bepalen welk type schuilhuisje er wordt geplaatst.’
De Lijn is overigens niet de eigenaar van de schuilhuisjes, dat zijn de lokale besturen. Inmiddels zijn er 4.726 schuilhuisjes met een zonnepaneel geplaatst en 120 varianten met een groendak.
Groendaken
Peeters meldt verder dat de kostprijs van een schuilhuisje met groendak ongeveer 18 procent hoger is dan een schuilhuisje zonder groendak. ‘Dat is een aanzienlijke prijsstijging voor steden en gemeentes. Daarom werd ervoor gekozen om dit aan te bieden als optie.’
Een sedumdak zou volgens onderzoeken ongeveer 0,15 gram fijnstof per vierkante meter per jaar filteren. ‘Een type A en AV-schuilhuisje met dak bedraagt 4,12 vierkante meter’, legt Peeters uit. ‘Per jaar zouden deze types schuilhuisjes dus ongeveer 616 milligram fijnstof filteren. Op zichzelf is de impact dus eerder beperkt, maar door een schuilhuisje met groendak te kiezen – naast overige maatregelen – maximaliseert een stad/gemeente wel de afvang van fijnstof. Hetzelfde geldt voor CO2: sedum neemt CO2 op en slaat jaarlijks ongeveer 0;143-1,23 kilogram CO2 per vierkante meter op; afhankelijk van studie tot studie.’