België stoomt op naar de Europese top in elektrische auto’s. De uitslag van de aanstaande verkiezingen heeft daar geen invloed op volgens Jochen De Smet. Maar hoe staat het met de uitrol van laadinfrastructuur?
Waar in landen zoals Nederland, Duitsland en Frankijk subsidies en fiscale voordelen voor elektrische auto’s worden afgebouwd of al verdwenen zijn, zet België zwaar in op het stimuleren van elektrisch rijden. De focus ligt daarbij op company cars, koop en lease, die 66 procent van het nationale wagenpark uitmaken. Vorig jaar werden er in totaal 468.000 personenwagens geregistreerd, waarvan 97.000 volledig elektrische exemplaren.
Het werkt
De Smet, voorzitter van EV Belgium: ‘Sinds 1 juli 2023 is 70 procent van het totaal aan verkochte bedrijfswagens volledig elektrisch, heel veel dus. Bedrijven reageren dus nu al op het ingezette beleid, sneller dan wij verwachtten. Dat betekent dat het werkt. Koop je een volledig elektrische auto in België dan is die 100 procent fiscaal aftrekbaar. Daarnaast is de CO2-belasting op hybrides en fossiel verhoogd, meer dan 2 keer zo hoog geworden, en die stijgt verder – in 2026 met een factor 4 en in 2027 nog eens met een factor 5,5.’
Wat als
Met het huidige Belgische beleid is het doel van 50 procent volledig elektrisch nieuwkoop in 2030 in zicht aldus De Smet. Hoe kijkt hij in dit verband naar de aanstaande verkiezingen in België? In juni wordt zowel een nieuwe federale regering verkozen, alsook die in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Wat als die klimaatbeleid niet hoog in het vaandel hebben staan, kan de uitrol van elektrische auto dan alsnog worden getorpedeerd?
Tempo
‘Die is niet meer te stoppen’, aldus De Smet. ‘Elke wet kan natuurlijk worden teruggedraaid, maar dat gaat niet gebeuren. Die nieuwe regeringen hebben ook wel ander katten te geselen denk ik zo. En voordat die gevormd zijn is het waarschijnlijk 2025, zo leert de ervaring uit het verleden. In het tempo waarmee het nu gaat hebben bedrijven hun transitie naar elektrisch dan al volop ingezet.’ Dat roept de vraag op of de uitrol van laadinfra die van de elektrische auto wel gaat bijhouden.
Goed gevoel
België is een bijzonder land, zo geeft De Smet aan. Er zijn 3 gewesten. De verantwoordelijkheid voor het organiseren van laadinfrastructuur ligt bij hen. Vlaanderen doet het momenteel goed. Het kent een actief laadbeleid, er zijn doelen vastgelegd voor meerdere jaren en de bijbehorende concessies voor snelle en langzamere laders lopen. Ook Brussel en omstreken ligt op schema. Daar wordt gewerkt richting 12.000 publieke laders. Er wordt ingezet op een stabiele uitbouw, weliswaar niet sterk genoeg volgens De Smet, maar hij heeft er een goed gevoel bij. In Wallonië hangt de vlag er echter anders bij.
Laadwoestijn
De Smet: ‘Dat gewest loopt echter sterk achter, het is een laadwoestijn. Zo zijn er slechts 2 locaties met snelladers te vinden, 1 in het oosten en 1 in het westen. Dan kun je zeggen dat het een landelijk gebied is met al zijn natuur en dorpen. Maar ook hier rijden heel veel auto’s doorheen en stijgt de verkoop van elektrische auto’s relatief net zo snel als in de rest van het land. Daar ligt dus de grootste behoefte aan actie. Momenteel wordt er gesproken over het aanbesteden van de realisatie van laadpalen. Dat kan nog rondkomen voor er een nieuw kabinet zit. Anders is het aan het volgende om daar invulling aan te geven, en laten we hopen dat het dat dan met verve doet.’
Aan de bak
Met het oog op de het benodigde aanbod laadpalen lange termijn en de huidige investeringsinspanningen pleit EV Belgium voor bijkomende prikkels om die te realiseren. Waar dat niet snel gebeurt zal dat ook een opgave zijn voor de komende regeringen van de 3 Belgische gewesten. ‘Die moeten dan direct vol aan de bak op dit dossier, en daarbij is de keuze voor een beleidsomslag cruciaal’, aldus De Smet. ‘Nu is de Belgische aanpak net zoals die van Nederland: paal volgt wagen en paal volgt paal. Daarmee gaan we het gezien de exponentiële groei van elektrisch rijden niet redden. We moeten naar een proactieve uitrol en die vastleggen voor vele jaren. Dat komt ook ten goede aan het vertrouwen in de elektrische auto.’